Het waren de pausen, die geïnstalleerd waren in Avignon (link: www.palais-des-papes.com/) in de veertiende eeuw en de speciale “ terroir “ (bodem) van Châteauneuf-du-Pape ontdekten. Onder het bewind van Johannes XXII, wordt het dorp de zomerresidentie van de paus. Vanwege de kostbare ‘nectar’ geproduceerd in dit gebied, verleende hij de rang van "Vin du Pape", die daarna de deuren van de grote Europese hoven openden.
Reeds in de Gallo-Romeinse tijd bedekten wijngaarden zeer waarschijnlijk het grondgebied van Châteauneuf-du-Pape. Echter, het eerste schriftelijke bewijs van het bestaan ervan dateert uit 1157. In overeenstemming met de plaatselijke traditie en het planten van de wijnstokken zelf had Geoffroy, bisschop van Avignon, een wijngaard binnen het grondgebied van Châteauneuf-du-Pape. Maar uiteindelijk waren de pausen uit de veertiende eeuw de werkelijke initiatiefnemers van de wijnbouw in Châteauneuf-du-Pape.
In 1314, Clement V, ontdekte de eerste paus van Avignon de bijzondere bodem van Châteauneuf-du-Pape. Zijn opvolger, Johannes XXII neemt deze erkenning over en het was tijdens zijn bewind dat de wijnbouw echt van start gaat met de verspreiding van de bekendheid buiten de grenzen van “de Comtat”.
De voormalige bisschop van Avignon, Jacques Duèse werd als paus Johannes XII gekozen en volgt Clemens V in 1316 op. Hij dronk regelmatig de wijnen uit de wijngaarden 'in het noorden' en deed veel om de wijnbouw en praktijkvoering te verbeteren. De paus zocht een plek ver genoeg van diens woonplaats Avignon, mede om hovelingen, vleiers en profiteurs te ontmoedigen, maar toch dicht genoeg zodat een koerier heen en terug kon gaan naar Avignon op dezelfde dag. De ideale plek werd gevonden op een heuvel met uitzicht op de Rhône-vallei ongeveer halverwege Avignon en Orange - Châteauneuf - en dit gebied werd rechtstreeks onder zijn gezag geplaatst. Hij hield toezicht op de totale bouw van het kasteel, die in 1317 begon en in 1333 werd voltooid. Wijnstokken en olijfbomen werden geplant in het gebied. Volgens de archieven van de Apostolische Kamer, wordt het totale aantal wijnstokken in Châteauneuf in 1334 geschat op meer dan drie miljoen. Dit vertegenwoordigt 600 tot 800 ha wijngaarden. Onder Johannes XXII worden de wijnen uit dit gebied bekend als 'Vin du Pape". Tijdens feestelijkheden wordt de wijn geserveerd aan ambassadeurs en andere vertegenwoordigers van buitenlandse hoven, en kort daarna zelfs verscheept in vaten naar Italië, Duitsland en Groot-Brittannië.
